Oostwaarts - Reisverslag uit Havana, Cuba van Trude en Henk Schouten - WaarBenJij.nu Oostwaarts - Reisverslag uit Havana, Cuba van Trude en Henk Schouten - WaarBenJij.nu

Oostwaarts

Door: Henk

Blijf op de hoogte en volg Trude en Henk

21 December 2016 | Cuba, Havana

Op woensdag 14/12 vertrokken we direct na het ontbijt met de bus van Aguas Clarus om naar Cienfuegos te gaan; ruim 400 km Oostwaarts. Uiteraard hadden we een paar tussenstops: een koffiestop op een heel gezellige plek, waar een muziek- en dansgroep aan het oefenen was, en verderop een paar stops aan de kust van de legendarische Varkensbaai, waar de troepen van Fidel Castro in 1962 de invasie van een huurlingenleger – marionetten van de CIA – wist te pareren. Die gebeurtenissen leverden natuurlijk de eerste heldenverhalen van het nieuwe regime op en daarvan getuigt nog steeds het museum dat daar is ingericht; nogal propagandistisch uiteraard. Verder bezochten we nog een prachtige zoutwatervijver (staat ondergronds in open verbinding met de baai), waarin veel bijzonder mooie vissen te zien zijn.
Al met al liep het al tegen zonsondergang toen we de stad Cienfuegos binnenreden. Eigenlijk jammer, want die universiteitsstad is het bekijken zeker waard; mooie, goed onderhouden gebouwen, brede wegen; het oogt als een moderne stad. Maar veel tijd hadden we er niet. Ik vond nog wel even gelegenheid om bij een openbare wifi-server mijn vorige reisverslag op de website te zetten. Daarna gingen we door naar ons hotel, dat een km of tien buiten de stad ligt: Guajimito, weer zo’n prachtig gelegen huisjesterrein; nog mooier dan Aguas Clarus. Ook is het eten er van betere kwaliteit. Guajimito is gelegen op een hoge rots aan een baai. Het uitzicht is prachtig. Maar je moet wel even klimmen voordat je ervan kunt genieten. De huisjes liggen deels bovenop, deels tegen de schuin oplopende zijde van de rots. Helemaal boven bevinden zich de bar, het restaurant en het zwembad. En ook ons huisje (nr 31 was helemaal bovenop de rots gelegen).
Het was al donker toen we er aankwamen. De receptie is onderaan de rots. Vandaar loopt een trap van ca 100 treden omhoog. Er stonden een paar sterke kerels klaar om onze koffers naar boven te dragen. Eén CUC per koffer; daar werken ze zich graag voor in het zweet! Het tempo waarin die mannen naar boven draven (vaak met twee koffers van zo’n 20 kg per stuk op hun nek) is nauwelijks bij te houden voor een vitale zeventiger zonder koffers! Maar de mannen hebben haast, want als ze snel zijn, kunnen ze nòg twee koffers naar boven dragen. En dat is wéér 2 CUC!
We bleven een paar dagen op dit heerlijke plekje. Vlakbij ons huisje was het zwembad, met een ruim terras met ruststoelen en een geweldig uitzicht over de Caribische Zee. Als je bij de bar wat te drinken bestelt, wordt het bij je gebracht….
Weliswaar stelde het catamaranzeilen op donderdagmorgen niks voor vanwege gebrek aan wind, maar so what? Dit is gewoon genieten van een tropisch lustoord. ’s Middags stond er een ”pittige wandeltocht” op het programma voor de liefhebbers. Het was meer een klautertocht; niet langer dan ongeveer 3 km, maar de tijdsduur is ruim twee uur! En dan heb ik het nog niet over de hoogteverschillen! De tocht loopt over de westkant van de rots en door drie enorme spelonken heen. Buitengewoon spectaculair! Trude heeft uiteraard voor dit onderdeel bedankt en bleef op het zwembedterras, maar ik raakte heel wat zweet kwijt onderweg. En maakte boeiende foto’s!
Op vrijdagmorgen kon er nog wat worden gezwommen en gesnorkeld. We gebruiken de lunch nog in het hotel om daarna met de bus naar Trinidad te vertrekken. Dat is een ritje van maar 75 km.
Wie bij Trinidad denkt aan een prestigieuze stad, komt bedrogen uit. De stadswandeling, die we maakten was werkelijk ontluisterend. Nooit heb ik ergens een zó slecht wegdek gezien. De meeste straten zijn volledig onbruikbaar voor welk soort rijverkeer dan ook. Diepe kuilen, grote scheuren, rare bulten; en alles van steen. De woningen zien er ook armoedig uit en slecht onderhouden.
Het wereldberoemde centrale plein, de Plaza Mayor, ooit een slavenmarkt, ziet er natuurlijk wèl perfect uit. Het staat dan ook op de UNESCO-lijst van werelderfgoed. Rond dit plein is alles ingesteld op het toerisme: restaurantjes, muziek, wifi, en alles goed in de verf.
We werden voor de twee nachten in Trinidad ondergebracht bij particulieren; een soort B&B’s. Dan kom je er achter, dat achter een sjofele voordeur een verrassend ruime en perfect onderhouden woning schuil kan gaan! De mensen die ons ontvingen, spreken weliswaar geen drie woorden Engels, maar ze zijn buitengewoon vriendelijk en behulpzaam. En onze slaap- en badkamer was keurig in orde. De eerste avond gebruikten we ook de warme maaltijd in ons hostel. Uitstekend verzorgd.
Voor zaterdag 17/12 stond een excursie naar het National Park op het programma, met een “pittige wandeling” van ruim drie uur. Het National Park ligt in het nabij Trinidad gelegen gebergte; behoorlijk hoog. Hoewel de klauterwandeling voor Trude zeker een brug te ver was, besloten we wèl mee te gaan en ons in de buurt van de ingang van het park te vermaken. Het klimaat in de bergen is sowieso een stuk aangenamer dan in de bloedhete stad. Ook is er bij de ingang van het park een museum van recente Cubaanse schilderkunst. En verder prettige plekjes om te zitten en een boekje te lezen. Kortom; een lekker rustig dagje voor ons. De teruggekeerde wandelaars beklaagden zich in de bus nogal over de door hen geleden ontberingen…..
Terug naar ons hostel om ons wat op te frissen. Daarna zouden we in de stad - ieder op eigen gelegenheid – een hapje eten. Dus vroegen we onze gastvrouw hoe we moesten lopen naar het “Central Plaza”. En ze legde dat in begrijpelijk Spaans-met-gebaren aan ons uit. Geen ingewikkelde route – en dat is belangrijk, want je wilt in het donker niet graag verdwalen in de doolhof van straatjes en stegen.
We liepen de aangegeven route en kwamen op een mooi groot plein, maar níet op het Plaza Mayor! Dit “centrale plein” was doodstil en er was geen restaurantje te vinden. Wat nu? Op goed geluk gaan dwalen had twee grote nadelen: Trude’s beperkte loopvermogen en het risico dat we ons logeeradres niet meer zouden kunnen terugvinden. Als we nou nog Spaans spraken…..
Bij een gewichtig uitziend kantoorgebouw stond een man-in-uniform op wacht. Ik vroeg hem: “Can you tell us where we can find a good restaurant?”. De man riep onmiddellijk een aan de overkant staande fietstaxiboy en droeg hem om ons naar restaurant X te brengen. Maar wilden we dat wel? Waar zouden we terecht komen? En hoe vonden we daarvandaan onze logeerplek terug? Hoe hulpeloos kun je zijn in een stad waar je de taal niet spreekt en de weg niet weet?!
We vroegen eerst nog aan de taxifietser wat de prijs was. “Nee, meneer, ik doe het alleen omdat mijn vriend het me vraagt!” Zoiets zei hij in gebroken Engels. We hadden weinig keus en stapten in de fietstaxi. Onderweg probeerde ik mijn oriëntatie vast te houden vanwege de weg terug. Zo viel het me op, dat de jongen onnodige omwegen maakte. Tenslotte zette hij ons af bij een Paladar (= privaat restaurantje) in een doodstille straat. Klanten waren er ook niet in het etablissement. Ik gaf de fietsboy twee CUC, waarop hij bijna in tranen uitbarstte en alle nooddruft van zijn vrouw en bloedjes van kinderen over ons uitstortte. Dit was dus echt te weinig in zijn ogen. Ik deed er nog twee kwartjes bij en we liepen het restaurant in. Daar werden we keurig geholpen, maar het eten was oud en slecht. Wel voor een redelijke prijs trouwens (als je niet op de kwaliteit let).
Gelukkig was ik erin geslaagd om de terugweg naar ons hostel goed te onthouden. We waren dus behoorlijk vroeg terug op onze kamer en hadden geen zin meer om alsnog de Plaza Mayor op te zoeken….
Op zondagmorgen vertrokken we bijtijds met de bus in de richting Sancti Spiritus. Dat is – voor de afwisseling – weer ‘es een goed onderhouden stad met een mooi centrum. Het was er erg druk, want de zondag is voor veel Cubanen de dag waarop men er in gezinsverband op uit trekt. Toch ontbreekt er iets merkwaardigs aan het “kalverstraatgevoel”. Je mist de commercie. Nergens zijn reclames te zien. Op de winkels staat in simpele letters te lezen wat voor zaak het is, maar géén uithangborden, lichtreclames of aanprijzingen van wat er allemaal te krijgen is. Ach; alles is van de staat, dus er is geen concurrentie. Waarom zou je je best doen om klanten binnen te krijgen?
We dronken koffie in een restaurantje met een opvallend moderne uitstraling en de koffie was er uitstekend. Na nog wat rondkijken in het centrum van Sanctie Spiritus gingen we weer naar de bus om richting Camaguey te gaan. Onderweg nog een lunchstop in een heel aardig restaurantje. Er zijn toch in Cuba wel een paar bedrijfjes die de smaak van de moderne tijd wèl hebben opgepakt.
Ons hotel in Camaguey is gevestigd in een groot monumentaal gebouw. Maar binnen is het – een bekend verhaal inmiddels – veel vergane glorie. Alleen ’s middags na vijven is er warm water, het ontbijt is troosteloos. En verder is alles nogal oud en gammel. Niet erg dat we hier slechts één nacht blijven.
Op maandagmorgen verkennen we het centrum van Camaguey met behulp van een collectieve fietstaxitocht. Ook dit stadscentrum is UNESCO-werelderfgoed; er zijn veel mooie gebouwen uit de koloniale tijd, ruime pleinen, maar de verbindende straten zijn erg smal. Heel geschikt dus voor de fietstaxi’s. We troffen het deze keer met onze taxifietser: Victor, vader van vier kinderen. Indrukwekkend als iemand zo’n hondenbaantje jarenlang met groot enthousiasme kan blijven uitoefenen (zonder zo’n zeurpiet te worden als onze eerdere taxifietser). Hij spreekt heel redelijk Engels, hoewel hij daar nooit les in heeft gehad. “Geleerd door goed te luisteren naar de toeristen!”
Na de lunch gingen we met de bus weer verder Oostwaarts. Nu is het zo, dat er ten Oosten van Sancti Spiritus geen autowegen meer zijn. De wegen zijn tamelijk smal en al het verkeer beweegt zich erop voort: fietstaxi’s, paard-en-wagens, auto’s, toeristenbussen, af en toe een ossenkar. Het schiet dus niet altijd lekker op.

  • 21 December 2016 - 21:26

    Emmelien:

    Wat een verhaal!! Wat ben ik benieuwd naar de foto's. Het moet wel heel bijzonder zijn om daar rond te reizen. (eerlijk gezegd denk ik dat het niets voor mij zijn ;)) Veel liefs uit Ede!

  • 21 December 2016 - 22:39

    Henk Sikkema:

    Dag Trude en Henk.
    Wat een verhaal zeg, vol schoonheid van landschap en gebouwen, vol verbazing van slechte wegen en gebouwen, genieten, zweten, Varkensbaai-verhalen, kortom wat zijn jullie in een heel andere wereld dan je normaal gewend bent. Dank voor je boeiende omschrijving. Geniet er verder lekker van en blijf ons op de hoogte houden. Moi, HenkS

  • 24 December 2016 - 04:52

    Magda Rosenbrand:

    Ik heb genoten van jullie verhalen, ik ben benieuwd verder.
    Alle goeds vaya con dias
    Magda

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Trude en Henk

In december gaan we Cuba verkennen. Ondertussen houden we het thuisfront op de hoogte van ons wel en wee met dit logboek.

Actief sinds 17 Dec. 2014
Verslag gelezen: 302
Totaal aantal bezoekers 9994

Voorgaande reizen:

08 December 2016 - 27 December 2016

Kerstreis naar Cuba

Landen bezocht: